"Bij het hoogwatergetij van 12 maart 1906
omtrent 5 uur in de namiddag, brak op het gehucht Klein-Willebroeck,
ten gevolge van het overvloedige water en een hevige Noord-Westerwind
de Rupeldijk door over een lengte van ruim 32 meter.
Met geweld stroomde het water over de landerijen
en vernielde op zijn doortocht boomen en gewas.
Op weinige stonden liepen kelders en gelijkvloers
onder van een groot aantal woningen van het gehucht Klein-Willebroeck
en waren de bewoners verplicht met hunnen huisraad te vluchten;
nabij den dijk, rechtover den doorbraak, stortte het werkhuis in
van den timmerman Aug. Deweerdt en werd het houtmagazijn volkomen
meegesleept.
Op een uur tijd stond de gansche vlakte tusschen
Groot- en Klein-Willebroek overwaterd.
...
"Rond 5 1/2 ure begon het watertij te vallen
en opnmiddellijk daarop warden de eerste voorzorgsmaatregelen genomen
om verdere onheilen te vermijden."
...
"Gansch den nacht werd hier ieverig aan doorgewerkt
en men gelukte er in de waters in hunne bedding te houden."
...
"Met den heer Aug. De Weerdt, wiens werkhuis
was weggespoeld, moest de heer Victor Zcheltjens "zoutzieder"
als het meest door de ramp geteisterd beschouwd worden. Deze laatste
beraamde zijne schade op ongeveer 13.000frank. Bestaande in het
verlies van eene groote hoeveelheid zout en beschadiging aan zijne
werkhuizen veroorzaakt."
...
"Buitendien leed de heer D. Lamot een merkelijk
verlies door het bederf van een groote hoeveelheid mout in zijne
brouwerij, een twintigtal werklieden bleven verschillige dagen werkeloos
en meer dan zeventig huisgezinnen der geringe klas dienden schadeloos
te worden gesteld."
...
Lees het volledige artikel in het tijdschrift Vaertlinck (zie
brongegevens hieronder)
Bron: TS-VRTL (2012 - nr. 1, "Historisch verhaal
over de overstroming van 12 maart 1906", Gary Mantiers - Gust Van
Auwenis)
|