|
De kasteelheren van Blaasveld
De eerste heer van Blaasveld die we in geschriften
terugvinden is Sigerius I de Blaersvelt.
In 1125 ontvangt Ridder Sigerius 1 de Blaersvelt,
van de Berthouts, de titel “heer van Blaersvelt“ en wordt zo eigenaar
van de belangrijkste motte van onze streek.
Nadien zijn er weinig gegevens terug te vinden.
Pas in 1266 wordt de naam Arnoldus De Blarsvelt
als getuige vermeld in een oorkonde van een schenking van gronden
die De Wateringhe worden genoemd.
In 1290 wordt Ridder Roelof Willem Pipenpoy (°
1270 +1332) als heer van Blaersvelt vernoemd. Willem Pipenpoy, strijdt
mee in de slag van Woeringen aan de zijde van hertog Jan I van Brabant
en is diens belangrijkste vertrouwensman. Hij verwerft daardoor
het hoogste aanzien in macht en bevoegdheden.
Hij is onder meer schepen en amman van Brussel,
drossaard en seneschalk van Brabant en eigenaar van belangrijke
domeinen en goederen.
Zelf woont hij te Brussel in het slot Cantersteen.
...
In 1328 bekomt hij van Hertog Jan III de toelating
om een nieuwe weg aan te leggen wat mogelijk de huidige Bosdreef
en verlengde naar de Venusstraat is en een weg door de heide naar
het kasteel,
de Mechelsebaan. Het aanleggen van deze weg had
vooral een economische reden, er werd immers poortgeld opgelegd.
...
Margaretha, zijn enige dochter, schonk het domein
van Blaasveld en de goederen die ze te Merchtem bezat, als bruidsgeschenk
aan Jan Wytfliet, een onechte zoon van Jan II van Brabant.
Jan Wytfliet sneuvelde te Grave (Noord-Brabant)
in een gevecht tegen de aanhangers van Jan van Cuyck. Na het overlijden
van Margaretha Pipenpoy, die geen rechtstreekse erfgenamen naliet,
gingen haar leengoederen te Merchtem over op de kinderen van haar
oom Wouter, terwijl de heerlijkheid Blaasveld terugkeerde naar de
hertogen van Brabant.
In 1364 wordt het land van Blaasveld verkocht
aan Jan van Bouchout en vervolgens in 1371 verkocht aan Robrecht
Tencke, alias de Maerschalck, kamerheer en hofmeester van graaf
Lo-dewijk van Vlaanderen.
Nadien kwam het achtereenvolgend in het bezit
van de families Sanders, Van der Bruggen en Prant.
Uit zijn huwelijk met Anna van den Brande had
Joost de Prant meerdere kinderen, waaronder Adolf, gouverneur van
de stad Brussel en van het kasteel van Aire, die hem in de heerlijkheid
Blaasveld opvolgde.
...
In 1323 stichtte Roelof Willem Pipenpoy de eerste
kerk van Blaasveld ter ere van het H. Kruis.
De familie Pipenpoy voerde in blauw drie afgeknotte
leliën, al tonen verschillende zegels van Roelof Pipenpoy aan dat
hij dit wapen brak met een schuinbalk.
...
1687 - Door baron Jacques III Le Roy °1633 +1719,
als historiograaf en vertrouwenspersoon van de toenmalige hertog
ontstaat een boek “Prospectus Castellorum et praetortorum Procerum &
Nobilium Bra-bantiae” waarin het “Castellum Blaesvelt ” voor het
eerst wordt afgebeeld. De gravure wordt gemaakt door de gerenommeerde
graficus Jacobus Harrewijns.
Dit is de enige afbeelding waar het volledige
kasteel met de slotkapel en een van de toegangsbruggen over de slotgracht
afgebeeld is. De kapel staat hier achter het kasteel in de richting
van de Fonteindreef.
...
Adolf de Prant trad in het huwelijk met Margaretha
van St.-Aldegonde, dochter van Nikolaas, heer van Noircarmes.
Zijn zoon Karel erfde Blaasveld maar liet het
domein over aan zijn broer Hugo de Prant die in 1566 met Clara d’Affaytadi,
dochter van de heer van Gistel, in het huwelijk trad.
Op 1 april 1647 werd de heerlijkheid Blaasveld,
ten gunste van zijn zoon Cosmas de Prant, burgemeester van Mechelen,
door Philips IV, koning van Spanje, tot baronie verheven.
Cosmas de Prant, die in 1650 kinderloos overleed,
was getrouwd met Margaretha van Hoorne, enige dochter van Gaspard
van Hoorne, secretaris van de stad Mechelen.
Het kasteel wordt door Cosmas en Margaretha omgebouwd
tot een residentieel verblijf.
Baron Cosmas en Margaretha bezitten het prachtige
pand aan de Veemarkt te Mechelen (deel van het St. Romboutscollege
), maar verblijven meer op het kasteel te Blaasveld.
Vier dagen voor zijn dood had hij zijn nicht Bernardine
Montmorency – die later trouwde met Balthazar van Ongnies, graaf
van Coupigny en baron van Pamel – tot erfgename van zijn goederen
aangesteld.
...
Het domein Blaasveld blijft gedurende jaren in
handen van de familie van Ongnies.
In 1807 tenslotte huwt Gravin en erfgename Marie
Henriette Octavie Ghislaine van Ongnies (°1787 +1866) met Charles
Joseph de Lalaing , graaf de Mérode, de Lalaing en Hoogstraten,
markies van Groot Spanje.
Een van hun 4 zonen is Frederik de Mérode.
De naam Château de Blaesvelt wijzigt in Château
de Lalaing.
...
Na Balthazar van Ongnies, werd het domein van
Blaasveld achtereenvolgens eigendom van:
- Cosmas-Claude van Ongnies, graaf van Coupigny
en baron van Blaasveld
- Ferdinand-Jozef-Karel van Ongnies, eveneens
graaf van Coupigny en baron van Blaasveld
- Maximiliana-Theresia van Ongnies, gravin
van Coupigny en barones van Blaasveld, enige dochter van vernoemde
heer.
Ze trad in het huwelijk met Ferdinand-Gaston-Jozef-Alexander,
hertog van Croy en overleed kinderloos
Blaasveld kwam nadien in handen van haar nicht
Maria-Magdalena-Jozefa-Hendrika van Ongnies, die in het huwelijk
trad met Louis-Octave, graaf van Argenteau, de laatste baron van
Blaasveld.
...
In het begin van de 20ste eeuw is het kasteel
bouwvallig en een groot deel van het vroegere kasteel, samen met
de slotkapel wordt daarom afgebroken. Er wordt een nieuw en kleiner
kasteel gebouwd.
Maria Anne Ghislaine Alexandrine Louis Théodore
gravin d' Argenteau, dochter van Marie Henriette Octavie Ghislaine
van Ongnies en Charles Joseph de Lalaing, erft vervolgens het kasteel.
Zij huwt met Jozef Alexander François, graaf van
Maldegem, Kapitein van de grenadiers bij Prins de Ligne en Grootmeester
aan het hof van hertog Karel.
Maria Anne overleed in Luik, haar lichaam werd
clandestien naar Blaasveld gevoerd en in de kerk begraven .
Hun zoon Max, graaf de Lalaing, ambassadeur van
Leopold 1 in Spanje en hun dochter worden erfgenamen. De dochter
huwt met August Charles, baron van d'Overschie de Neeryssche en
hadden één zoon, Baron Arthur d' Overschie. Hij erft uiteindelijk
het domein met het kasteel samen met 145 hectaren landerijen en
boerderijen.
Na zijn overlijden in 1883 wordt het kasteel en
de bijhorende gronden verkocht en is het niet langer meer in handen
van de adel.
Na een lange periode van leegstand wordt het kasteel
in 1946 afgebroken en vervangen door een villa.
Een deel van de oorspronkelijke slotgracht wordt
opgevuld met het puin van het kasteel. De buitenste gracht aan de
rand van het domein wordt grotendeels behouden.
Een beeld in zandsteen , een leeuw, wordt nog
teruggevonden en staat nog op de oude waterput in het domein. Buiten
de slotgracht wordt later nog een arduinen ornament gevonden.
Een groot deel van het domein maakt nu deel uit van het Natuurpark
Het Broek. De oude wegen naar het kasteel zijn nog duidelijk zichtbaar
in het landschap en zijn nog steeds in gebruik.
Bron: tentoonstelling 900 jaar Blaasveld
|