Introductie & Informatie
Terminologie A - Z

 A  -  B  -  C  -  D  -  E  -  F  -  G  -  H  -  I  -  J  -  K  -  L  -  M  -  N  -  O  -  P  -  Q  -  R  -  S  -  T  -  U  -  V  -  W  -  X  -  Y  -  Z

 

A

 

 

B

bloot eigendom

een eigendom waarvan de eigenaar geen opbrengst geniet, bijvoorbeeld doordat een ander het vruchtgebruik heeft (zie ook: vruchtgebruik). Wie over de blote eigendom van een huis beschikt, mag het niet bewonen noch verhuren. Ook: naakt eigendom genoemd.

bunder

oude oppervlaktemaat.

 

 

C

canon

de (meestal jaarlijkse) heffing voor grond die in erfpacht is uitgegeven - een soort huur voor de grond.

cijns

algemeen: belasting of heffing

in het kader van het kadaster: heffing van of het bedrag van de grondrente of erfpacht

 

 

D

 

 

E

el

oude lengtemaat

erfdienstbaarheid

de last waarmee een onroerend goed bezwaard is tot gebruik en tot nut van een ander onroerend goed, zoals het recht van overpad, uitwatering, ... (zie ook: servituut)

erfpacht

het recht om de grond van een ander te gebruiken tegen betaling van een vergoeding (zie ook: canon)

erfpachter

persoon die een grond huurt

erfverpachter

persoon die een grond verhuurt

expiratie

beëindiging

 

 

F

 

 

G

 

 

H

hypotheek

meestal een geldlening met onroerend goed als onderpand. De schuldenaar blijft eigenaar van het onroerend goed zolang hij aan zijn verplichtingen voldoet.

 

 

I

 

 

J

 

 

K

kadaster

het geheel van lijsten, boeken, plannen, opmetingen, waarin precies wordt opgetekend welk deel van het land aan wie toebehoort. Tegenwoordig: het overheidsregister van onroerende goederen

kavel

een gekend, afgebakend of welomschreven stuk grond, land, weiland, bouwgrond (zie ook: perceel)

kavelruil

zie: ruilverkaveling

kohier

een administratief stuk, waarin gegevens vermeld staan die dienen als basis voor het heffen van een bepaalde belasting, bijvoorbeeld de grondbelasting

 

 

L

legger

het register met de beschrijving van de percelen waarop door dezelfde persoon dezelfde rechten uitgeoefend worden.

 

 

M

minuutplan

de oorspronkelijke versie van de kadastrale kaarten.

 

 

N

naakt eigendom

zie: bloot eigendom

 

 

O

opstal

een gebouw zonder de grond, alles wat door de mens boven de grond gemaakt, "gestald" werd (ook een schutting bijvoorbeeld) dus exclusief de grond zelf.

opstal, recht van

het beperkte recht om op de grond van een ander gebouwen, werken of beplanting te hebben. Bijvoorbeeld als de huurder van grond daarop een gebouw of beplantingen plaatst.

overpad

meestal een weggetje dat over de grond van een ander loopt; een weg over andermans grond; bijvoorbeeld ook het recht dat schippers hebben om vanaf hun schip naar de openbare weg te kunnen komen, waarbij ze over iemands grond moeten lopen.

overpad, recht van

het recht om over de grond van een ander een pad te hebben of ongehinderd te gebruiken als doorgang. Dit is meestal historisch gegroeid of uit noodzaak teneinde zijn eigen eigendom te bereiken (zie ook: erfdienstbaarheid; servituut).

 

 

P

perceel

een gekend, afgebakend of welomschreven stuk grond, land, weiland, bouwgrond (zie ook: kavel).

 

 

Q

 

 

R

rectificatie

herstel, rechtzetting.

redres

herstel, heropmeting, verbetering van een (meet)fout.

ree(n)genootend (aan), regenotend (aan)

grenzend aan, palend aan.

ree(n)genoot, rei(n)genoot, reggenoot

persoon die een gemeenschappelijke grens met een ander heeft, dus de eigenaar van een belendend perceel.

roede

oude lengtemaat.

ruilverkaveling

het opnieuw verdelen van kleine kavels onder eigenaren, om per eigenaar een aaneengesloten, groter grondeigendom te krijgen.

 

 

S

scheiding

de beëindiging van een gezamenlijk eigendom: de bestaande verbinding wordt verbroken, maar het perceelnummer verandert niet.

sectie

een onderdeel van een kadastraal plan, theoretische indeling van een groot gebied in sectoren.

servituut

de last waarmee een onroerend goed bezwaard is tot gebruik en tot nut van een ander onroerend goed, zoals het recht van overpad, uitwatering,... (zie ook: erfdienstbaarheid).

splitsing

een perceel wordt in twee of meer percelen gedeeld. Het perceelnummer verandert in twee of meer nieuwe nummers

 

 

T

 

 

U

 

 

V

vereniging

samenvoeging van percelen.

verkavelen

verdeling van een grond en de daaropvolgende verdeling tussen eigenaren na verkoop.

vruchtgebruik

het bekomen recht om andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te trekken, alsof men zelf eigenaar daarvan is, maar met de plicht de zaak zelf in stand te houden. De vruchtgebruiker mag het goed niet verkopen, wegschenken of slopen.

 

 

W

 

 

X

 

 

Y

 

 

Z

 

 

 

Samengesteld door Georges Brems & Bert Vleugels

 

Laatste wijziging 26-05-2013 - Aanmaken webpagina