A - B
C - D
E - F
G - H
I - J
K - L
M - N
O - P
Q - R
S - T
U - V
W - X
Y - Z
Getallen
Leeftijd & Tijdsduur
Uren & Dagen

I / J

   

I / J

 
iacens in lecto bedlegerig   initium begin
iam / jam reeds   in lecto decumbens bedlegerig
ib. / ibid. ibidem   in margine in de kantlijn
ibi daar, toen   innocens onschuldig, onnozel
ibidem bij, aldaar, op dezelfde plaats   in nosocomio in het ziekenhuis / hospitaal
i.c. (iuris consultis) rechtsgeleerde   innuptus / innupta ongehuwd
ictus slag   inopinatum onverwachts
id. / idem dezelfde   inpuerperis tijdens de bevalling
ideo daarom   inquisitio vraag, onderzoek
id est dat is, dat wil zeggen   insanabilis ongeneesbaar, ongeneeslijk
i.e. (id est) dat is, dat wil zeggen   insania waanzin, waanzinnigheid
igitur derhalve, bijgevolg   in solidum ieder hoofdelijk aansprakelijk
ignotus onbekend, vreemd   integer rein, maagdelijk
I.H.S. Iesus Hominum Salvator   inter intussen
illegitimus / illegitima onwettig   interdum soms
illa / ille / illud die daar, dat daar   interea ondertussen
illi aan hem, aan haar   interfuere, interfuerunt zij waren aanwezig
illius van hem, van haar   interim ondertussen, tijdelijk, soms
impedimentum /
impedimenta
huwelijksbeletsel(s)   interstitium tijd tussen de roepen
    inter vivos tussen de levenden
imperator keizer   intestat gestorven zonder biechtvader
 

impregnatio zwangerschap   intestatus gestorven zonder testament
imprimus voornamelijk, eerst   inunctus ongezalfd
improles zonder kinderen   inventus vondeling, gevonden
improvisa morte door een onvoorziene dood   investitus pastoor
in albus in het wit   Joa Joanna
in articulo mortis op het ogenblik van het sterven,
op het tijdstip van het overlijden
  Joes / Jois Joannes, Joannis
    ipsa / ipse / ipsum zelf / zijzelf / hijzelf
in caelum abiit is naar de hemel gegaan   ista / iste / istud deze, dit
incertus / incerta onzeker   item op dezelfde wijze
incestriosus in bloedschande verwekt   iterium andermaal
incola inwonend, inwoner   iudex / iudices rechter (in een proces)
in comitatu in het gezelschap van   jugalis gemaal, echtgenoot, man
in continent op staande voet, dadelijk   JUL juris utrisque licenciatus
inde daarna, vervolgens   juncti, iuncti ze zijn verbonden
in domo proprio in zijn eigen huis   juncti sunt zijn verbonden in het huwelijk
in facie ecclesiae ten overstaan van de kerk   junctus verbonden
infans / infantes kind, kinderen   jungere verbinden
infantis / infantium van het kind / van de kinderen   iunior de jongere
inferius later, lager   iuribus / iuris / ius recht (te betalen bij de doop)
infirmitate door een ziekte   juris / jus wet, recht
infirmus ziek, gebrekkig   iuris consultis rechtsgeleerde
in foro openbaar   juris utrisque licenciatus jurist in beide rechten
(burgerlijk en kerkelijk)
infra onder, beneden   justitiae satellis gerechtsbode
 

infra scripto onderschreven   juv. (juvenis) jonge man
iniere (matrimonium
inierunt (matrimonium)
ze zijn (een huwelijk)
aangegaan
  juvenculus / juvencula jonge jongen, jong meisje
  juvenus jonge man
inire ingaan, aanvaarden   iuventus / iuventutis jeugd
in itinere trajecti op de weg naar   iuxta / juxta naast, bij
iniustus onrechtvaardig      
in loco, loco in de plaats van      

 

 

Samengesteld door Georges Brems & Bert Vleugels

 

Laatste wijziging 02-03-2020 - Toevoeging nieuwe woorden
20-05-2013 - Toevoeging nieuwe woorden & correcties
16-05-2009 - Toevoeging nieuwe woorden & correcties
11-02-2007 - Omzetting naar nieuwe stijl